donderdag 28 februari 2008

Competentieverslag week 4

De leraar als inhoudelijk expert
We hadden deze week een gesprek met de directrice van de school, mevrouw Mkwawa. Tijdens het gesprek hadden we het over de bachelorproef.
We vroegen haar nogmaals wat de noden en behoeften van de school waren en stelden aan de hand daarvan een aantal doelen op.

Door het gesprek zijn we heel wat wijzer geworden wat de bachelorproef betreft. We weten nu waar we ons specifiek kunnen oprichten en kunnen er ten volle tegenaan gaan.


De leraar als organisator
KLEUTERONDERWIJS:
Organisatie is zeer belangrijk of het loopt uit de hand. Kinderen kunnen niet stil zijn in tegenstelling tot Belgium. Daarom moet er iedere keer een oplossing gevonden zijn. In een vrije namiddag hebben we de boeken voor de kleuterschool gesorteerd. Wanneer de kinderen gedaan zijn met een werkje kunnen ze een boekje bekijken. We introduceerden een soort boekenhoek, het heeft veel succes, de kinderen doen hun uiterste best om een werkje goed af te werken. Het is een plezier om te zien wat eenvoudige dingen kunnen doen bij deze kinderen.


LAGER ONDERWIJS:
We kwamen op het idee om hoekenwerk te introduceren op school. Het werken in hoeken werd al een paar keer gedaan in de school, maar toch hadden we het gevoel dat de leerkrachten niet allemaal wisten wat de bedoeling eigenlijk is van hoekenwerk en hoe hoekenwerk precies gerealiseerd moet worden.
Het was voor ons ook de gelegenheid om de kinderen ermee te laten kennismaken.
We maakten van de les wiskunde gebruik en brachten in die les enkele hoekenwerken aan met betrekking tot het thema van de les.
De kinderen genoten ervan en waren allemaal druk aan het werk. Leuk!
Ook de leerkracht was heel enthousiast bij het zien van de verschillende hoekenwerken. Ze stelde heel wat vragen. Dat gaf ons voldoening, want dat betekent dat ze het werken met hoeken wel effectief wil introduceren.

Ook tijdens de lessen dans kwam ons organisatietalent boven. We leerden de kinderen enkele dansjes aan.
Daarin kroop ook heel wat organisatie. Wat zullen we ze aanleren? Hoe brengen we de dans aan? Waar dansen we?


De leraar als innovator en onderzoeker
Na het gesprek met de directrice hebben we eens nagedacht wat we kunnen uitvoeren tijdens de stage van de bachelorproef.
We kregen van de directrice GROEN licht en mogen heel wat uitwerken van de zaken die we voorgesteld hadden.
We mogen onder andere koken met de leerlingen, werken rond hun algemene hygiëne…
Het wordt veelbelovend!

KLEUTERONDERWIJS:
We gaven deze week vooral werkjes om de beginsituatie te weten te komen van ieder kind: Het lukte ons behoorlijk goed. Doordat we zelf voor de klas staan zien we nog meer dan dat we observeerden. Nu is het een ideaal moment om differentiatie in te voegen in onze activiteiten of om meer aandacht te besteden aan de kinderen die het wat moeilijker hebben. Een heel eenvoudige oplossing was de kinderen op een andere plaats te laten werken zodat ze niet afgeleid worden. We blijven maar zoeken naar nieuwe ideetjes en nieuwe leermethodes om de kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. We zijn trots op ons werk tot nu toe en de kinderen beleven veel plezier.

LAGER ONDERWIJS:
Zoals ik bij de basiscompetentie ‘De leraar als opvoeder’ al schreef zochten we deze week naar een middel om de aandacht van de leerlingen te trekken.
Dat deden we aan de hand van handpoppen. Daar dit systeem functioneel was, wordt het nu ook als beloningssysteem gebruikt.

Daarnaast zochten we een soort beloningssysteem voor de leerlingen. Wat doen we als ze foutloos werken? Net werken?
We maakten gebruik van enkele kleine tekeningen in hun schriftje. Op een bloemetje, bootje, lachend gezichtje.. zijn de kinderen heel erg trots, wat tevens ook wel een leuke manier is om de kinderen te belonen.

Geen opmerkingen: